De muren zijn bedekt met kunst. Schilderijen met kleur, zwart-wit, foto’s, abstracte kunst of juist concreet. Het is tot midden februari allemaal te zien in het Apeldoorns Centrum voor Eigentijdse Cultuur, ofwel het ACEC. Op 14 januari was de opening van drie kunstexposities: Showcase V, Schwarz auf weiß en Moe. “We hebben ongeveer dertig exposities per jaar”.
Door: Sophie de Groot
Mensen verzamelen zich rond de schilderijen, in de middelste zaal waar de Showcase V wordt getoond. Bitterballen doen zich de ronde en aan de bar worden drankjes uitgedeeld. Dan begint de officiële opening. Jasper van der Graaf, directeur van het cultuurcentrum, geeft een toespraak met verschillende kunstenaars aan zijn zijde, zoals Aalt van de Glind en Werner Ryschawy.

ACEC
Het Apeldoorns Centrum voor Eigentijdse Cultuur heeft van alles en nog wat. “We produceren met kunstenaars samen tentoonstellingen”, aldus Van der Graaf. Het ACEC staat voor heel 2023 al volgepland met exposities. “Ik heb drie tentoonstellingen per maand, puur ook om aan de vraag te kunnen voldoen.” De directeur wil ook graag veel organiseren. “We zitten natuurlijk niet in het centrum van de kunst, we zijn geen Amsterdam of Utrecht.”
Voor de drie exposities deze maand verwacht de directeur ongeveer 500 bezoekers. Er worden ook nog andere activiteiten georganiseerd, zoals politieke debatten, congressen en andere activiteiten die met cultuur te maken hebben. Zo probeert Van der Graaf meer bezoekers te trekken. “We hebben natuurlijk relatief weinig opleidingen hier”. Hierdoor trekt ACEC minder cultuurtoeristen.
Exposities
Apeldoorn staat natuurlijk bekend als de hoofdstad van de Veluwe. Dit inspireert Showcase V, een tentoonstelling met de natuur als uitgangspunt. Deze showcase wordt al vijf jaar lang getoond, met iedere keer weer andere schilderijen. Zo blijft het divers. Aan mijn linkerzijde staat tentoonstelling Schwarz auf Weiß. Kunstenaar van Schwarz auf Weiß, Werner Ryschawy, omschrijft dit als abstracte kunst. Er wordt veel zwarte verf gebruikt, waarbij het belangrijk is om niets concreets te maken. Hij experimenteert ook met 3d-kunst, waar hij al twee kunstwerken van heeft staan.
Hier spreek ik één van de bezoekers aan, Esmee is haar naam. “Ik weet niet zo goed wat ik hiervan moet maken, het is zo abstract allemaal.” De bezoeker brengt allemaal eigen interpretaties. “Dit kunstwerk doet me denken aan Italië.” Een ander kunstwerk deed haar juist weer denken aan een vogel. De eigen interpretaties is ook het doel van de kunstenaar.

Terug richting Showcase V, staat er een soort verborgen trap. Deze leidt naar een kelder, waar tentoonstelling Moe staat.

Moe
Terwijl ik de trap af loop, wordt het steeds kouder. Ik kom in een donkere kamer terecht, waar afbeeldingen geprojecteerd staan op de muren. Iedere kant waar ik op kijk, staat een andere afbeelding. De sfeer voelt koud, grijs en donker. Er staat een vrouw afgebeeld, slapend onder een zwart-wit gestreept deken. “Mijn vriendin is chronisch vermoeid, ze slaapt veel”, vertelt Aalt van de Glind. Haar ziekte is een soort verhaallijn voor hem.
Aalt van de Glind is kunstenaar. “Zoals singer-songwriters over hun leven schrijven, zo doe ik dat op een bepaalde manier met foto’s.” De 32-jarige kunstenaar voelt van jongs af aan al een passie voor kunst, hij heeft later ook de kunstacademie in Enschede gevolgd. Hij omschrijft kunst als een soort zelfexpressie. “Jongeren kunnen zichzelf identiteit geven door de kleding die ze dragen of de muziek waar ze naar luisteren.” Aalt beschrijft hoe er op de kunstacademie donkere kamers waren. “Daar komt de liefde voor fotografie vandaan.”
Ik neem Aalt mee naar zijn tentoonstelling waar hij vertelt over zijn kunst. “Ik zie deze presentatie als één ding, alle werken samen vormen een compositie.” Hij heeft daarom ook geen favoriet. Zelf vindt Van de Glind het bijzonder dat zijn foto’s niet overal even scherp zijn. “Ze doen me niet denken aan de foto’s die ik vandaag op mijn telefoon heb gemaakt”. De foto’s zijn ook voor een gedeelte onherkenbaar. “Je ziet een persoon en het gaat voor mij om deze persoon. Het is nu eigenlijk een soort universeel persoon geworden”. Aalt vindt het belangrijk dat mensen zich kunnen herkennen in kunst. “Er zit een soort kwetsbaarheid in de foto’s, die mij aanspreekt”.

Zijn vriendin ligt vaak onder een deken. “Ik wil duidelijk maken dat ze in dat deken leeft.” Er is een foto waar een soort yin-yang effect ontstaat in het deken. Dit was echter niet zijn intentie. “Hier zie je heel de foto, die klein is afgebeeld. Ik heb heel erg ingezoomd op het deken, een detail. Het is ergens gek dat je de zelfgemaakte foto hier heel klein presenteert en een klein detail uit de foto heel groot presenteert”. Volgens Aalt hebben de kleine foto’s een soort intimiteit. Hij vertelt dat er ooit twee kinderen op zijn werk waren, zij zeiden: “Sssh, zacht praten, anders wordt ze wakker!”

De directeur volgt het werk van Van de Glind, kunstenaar van Moe, al heel lang. “Het is natuurlijk zijn eigen vriendin hè, die hij tentoonstelt.” Aalt projecteert zijn werken. “Daar maakt hij dan hele installaties mee. Dat doet iets. Ik vind het intiem, maar ook kwetsbaar.” Van der Graaf vindt het belangrijk dat kunstenaars kunnen experimenten in het cultuurcentrum. “Dat is onze rol.”
Van de Glind ziet zichzelf niet snel een carrièreswitch maken. “Ik doe verschillende dingen, ik werk ook bij een andere tentoonstellingsruimte”. Zijn grote wens is om tentoonstellingen te blijven maken op deze manier en dat dat gezien wordt. Verder wil Aalt graag liefdevol naar zijn omgeving kijken en dat overbrengen aan zijn publiek. “Het is belangrijk dat je liefde voelt voor alles dat bestaat, dat je dingen kunt waarnemen en daarvan kunt genieten.”