Met een hamer in de hand en een paar schroeven komen veel Gelderlanders beter uit de voeten dan met een stapel boeken. Dat blijkt uit recent onderzoek van cvster.nl. En dat is niet zo vreemd, want in Nederland wordt de laatste jaren steeds meer ingezet op de herwaardering van praktische beroepen. Handige mensen, die met hun vakmanschap de handen uit de mouwen steken, zijn in sectoren als de bouw, zorg en energie harder nodig dan ooit.
In Gelderland blijkt men hierin goed te slagen: meer dan vier op de tien inwoners hebben een mbo-opleiding afgerond. Met 44% mbo-diploma’s scoort de provincie zelfs beter dan het landelijke gemiddelde van 42%. In sommige Gelderse gemeenten, zoals Neder-Betuwe, Berkelland, Oldebroek en Aalten, ligt het percentage mbo-geschoolden zelfs boven de 55%.
Toch zijn er ook vijf gemeenten waar theoretisch geschoolden (hbo of wo) in de meerderheid zijn: Rozendaal, Wageningen, Nijmegen, Heumen en Renkum. Het wordt steeds duidelijker: mbo’ers zijn onmisbaar voor de toekomst. In de afgelopen tien jaar is het aandeel mbo-opleidingen ten opzichte van andere opleidingsniveaus sterk gedaald: van 41,2% in 2014 naar 37,6% in 2024.
Volgens cvster.nl kiezen veel jongeren nu liever voor een hbo-opleiding, omdat deze nog steeds als ‘beter’ wordt beschouwd in de maatschappij. Dit terwijl juist steeds meer hbo-opleidingen onder druk komen te staan door de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI). Banen in de administratie, communicatie en beleidssector lopen een groot risico door automatisering, terwijl vakmensen die met hun handen werken juist onmisbaar blijven.
Wat ook opvalt: bepaalde praktische beroepen worden steeds beter beloond. Dit maakt het mbo nog aantrekkelijker voor jongeren die de waarde van hun vak steeds beter leren kennen.